Oostenrijkse Sekt parelt briljant in het glas – speciaal met kerst en rond de jaarwisseling. Dit uitbundige plezier danken we aan een groots liefdesverhaal dat ooit begon in de Champagnestreek en dat een golf van belangrijke Oostenrijkse innovaties teweegbracht.
Het begon in 1841 toen de in Stuttgart geboren Robert Alwin Schlumberger de jonge Weense vrouw Sopie Kirchner ontmoette tijdens een bootreis op de Rijn. Schlumberger werkte toen als keldermeester en productiemanager bij het beroemde Champagnehuis Ruinart Père et Fils. Zijn gevoelens voor de Weense jongedame waren zeer sterk, want toen haar ouders weigerden toe te staan dat ze naar Frankrijk zou verhuizen, volgde hij zijn grote liefde zonder aarzeling naar Wenen. En daar legde hij in 1842 de basis voor zijn eigen mousserende wijn!
In de adelstand verheven dankzij sekt
Robert Alwin Schlumberger bracht kleur en fleur in het sprankelende leven van de hele Donau monarchie. In 1843 vestigde hij zich in Bad Vöslau en zo’n twee jaar later verwierf hij een eerste bronzen medaille voor zijn Sekt. In 1859 werd hij de eerste producent in Oostenrijk die een wettelijke merkbescherming kreeg voor z’n “Sparkling Vöslauer”. Hiermee drong hij zelfs door tot het Engelse hof en in ook in Wenen werd hij benoemd tot hofleverancier. Zijn naam en faam reikte zover dat hij in 1878 de titel “Edler von Goldeck” kreeg.
Een Oostenrijkse uitvinding
Tegelijkertijd waren er ook andere Oostenrijkse producenten van mousserende wijn die aan de weg timmerden. In 1851 werd in Perchtoldsdorf een nieuwe technologie ontwikkeld om de flessen te sluiten. Deze bestond uit een kapje van gedraaid ijzerdraad, de muselet. In de patentaanvraag werd aangegeven dat de gietijzeren clip die in Frankrijk gebruikt werd er regelmatig voor zorgde dat flessen kapot sprongen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat de muselet een Oostenrijkse uitvinding is, hoewel daar tot op heden nog geen hard bewijs voor gevonden is. Maar het is een indicatie van het grote belang van de Oostenrijkse Sekt in die jaren.
het “SEKT WONDER”
In 1976 maakte de Oostenrijkse mousserende wijn een reuzenstap voorwaarts. Voor die tijd, mocht Sekt alleen geproduceerd worden bij een “Sektkellerei”. Maar vanaf 1976 mochten de wijnhuizen ook zelf hun mousserende wijn produceren. Het begon met een handjevol pioniers die hun technieken steeds verbeterden en daarbij ook internationaal naam verwierven. In de jaren groeide het aantal wijnhuizen dat hun eigen Sekt produceert, uit tot zo’n 200. Tegelijkertijd ontstond er een levendige uitwisseling van ervaringen tussen wijnhuizen en “Sektkellereien”. Gezamenlijk creëerden zij een echt wonder, namelijk de “Oostenrijkse Sekt”.
Voorwaarts & omhoog met de sekt piramide!
Vandaag de dag is Sekt een van de belangrijkste trends in Oostenrijk. Sinds 2015, wordt de hoogwaardige positionering van Oostenrijkse Sekt weergegeven door een piramide met 3 kwaliteitsniveaus: Klassik, Reserve en Grosse Reserve. Het begint met de Klassik, die een aangename frisheid heeft en plezierig is om te drinken. Dan volgt de Reserve, die na een gistingsproces van minimaal 18 maanden, een tweede vergisting op fles krijgt. Dit resulteert in complexe, delicate aroma’s, een elegante structuur en geïntegreerde, kleine bubbeltjes. We kunnen zo’n Reserve vergelijken met een Spumante, Cava of Crémant. En aan de top van de piramide staat de Grosse Reserve die minstens 30 maanden gerijpt moet zijn. De Grosse Reserve kan zich scharen tussen de meest verfijnde mousserende wijnen ter wereld, zoals Franciacorta en Champagne. Uiteraard zijn ook deze Oostenrijkse wijnen te herkennen aan de rood-wit-rode banderol op de capsule van de fles.
Origineel Duits bericht is te lezen op:www.oesterreichwein.at