Ingrediënten:
- 1 kg ossenstaart in stukken van 5 cm
- zout en peper
- 1 grote wortel
- 1 grote peterseliewortel
- 2 rode uien
- 2 teentjes knoflook
- het sap en de schil van 1 citroen
- 1 takje tijm
- 3 laurierbladeren
- 7 zwarte peperkorrels
- 3 jeneverbessen
- 1 tl. mosterdzaadjes
- 2 el. bloem
- 125 ml rode wijn
- 1 liter runderbouillon
- 4 el. preiselbeeren
- olie
- peterselie voor de garnering
Bereidingswijze:
Maak de uien schoon en snijdt ze grof. Schil de wortel en de peterseliewortel schoon en snij ze in niet te kleine blokjes. De knoflook pel je en de schil van de citroen snij je er met een dunschiller vanaf.
Verhit de olie in een pan. Kruid de stukken ossenstaart goed met zout en peper en bak ze op hoog vuur krachtig aan tot ze rondom mooi bruin zijn. Haal de stukken ossenstaart uit de pan en leg ze apart. Dan gaan de wortelen, de ui en de knoflooktenen in de pan. Laat ze op een matig vuurtje kalmpjes kleuren in het braadvet van de ossenstaart. Doe er dan de citroenschillen, de peperkorrels, de jeneverbessen en de mosterdzaadjes bij. Bestrooi het met de bloem, zet het vuur hoog en gaar de bloem onder goed roeren nog eens kort en krachtig aan.
Blus het met de rode wijn en overgiet het met de (hete) runderbouillon. Wacht tot het opnieuw kookt, doe er dan de tijm en de laurierbladeren bij en roer er de preiselbeeren doorheen. In deze saus leg je de stukken ossenstaart. Als er niet genoeg vocht in de pan zit om de ossenstaart te bedekken giet je er nog een beetje bouillon (of water) bij. Laat de ossenstaart op een heel laag vuurtje in 2 uur heel zachtjes gaar stoven. Als het vlees zacht is haal je het uit de pan. Zeef de saus en kruid hem met het citroensap. Leg de stukken ossenstaart op voorverwarmde borden en overgiet ze met de saus en bestrooi het met gehakte peterselie. Bij deze Weense ossenstaart horen natuurlijk echte Weense Semmelknödel en verse spruitjes.
Wijntip: een lekker glas Blaufränkisch